Oma dacht dat de kinderen haar naar een verzorgingstehuis zouden brengen, maar toen ze wakker werd, werd ze bleek en schreeuwde ze: ‘Familie, ik leef nog!’
Evelyn had alles opgeofferd voor haar kinderen en hen na de dood van haar man alleen opgevoed. Maar toen ze haar naar een begraafplaats brachten in plaats van naar een opvangcentrum, kwam een duister familiegeheim aan het licht, dat het vertrouwen dat ze onbreekbaar achtte, aan diggelen sloeg en een verraad onthulde dat ze nooit had zien aankomen.
Evelyn zat stil in haar kleine woonkamer, het middaglicht wierp zachte schaduwen op de vervaagde gordijnen. Ze staarde naar de familiefoto’s aan de muren – foto’s van verjaardagen, diploma-uitreikingen en feestdagen, stuk voor stuk een herinnering aan het leven dat ze had opgebouwd.
Haar hart deed pijn toen ze aan haar kinderen, Helen en Alex, dacht. Ze waren inmiddels volwassen, met hun eigen gezin, maar het leek alsof ze alles wat ze voor hen had gedaan, waren vergeten.
Evelyn had haar kinderen na de dood van haar man alleen opgevoed. Ze had lange dagen gewerkt en soms zelfs twee banen gehad, alleen maar om ervoor te zorgen dat ze alles hadden wat ze nodig hadden. Er waren nachten dat ze zonder eten zat, zodat zij konden eten. Ze klaagde nooit. Ze was sterk. Maar nu, op 78-jarige leeftijd, leek haar kracht niets meer te betekenen.
Vanuit de kamer ernaast hoorde Evelyn Alex’ stem. Zachtjes, maar duidelijk genoeg om de woorden te kunnen verstaan.
« Ik heb de opvangcentra gecontroleerd, » zei Alex met een kalme stem, alsof hij het over iets simpels had, zoals het weer. « De openbare opvangcentra zitten vol. Particuliere woningen… tja, die zijn duur. »
Evelyns adem stokte in haar keel.
Schuilplaatsen? Ze boog zich dichterbij en probeerde meer te horen. Helens stem volgde, scherper, zoals altijd.
« Privé? » snauwde Helen. « Weet je wel hoeveel die kosten? Ik heb een hypotheek die ik moet betalen. Ga jij die betalen? »
Evelyns handen klemden zich om de armleuningen van haar stoel. Ze praatten over haar. Ze was niet langer hun moeder. Ze was een last, een probleem dat opgelost moest worden. Ze werd niet betrokken bij het gesprek, slechts een obstakel in hun leven.
« Ik bedoel, wat moeten we dan doen? » vervolgde Helen. « Ik kan het me niet veroorloven om voor haar te zorgen, en jij ook niet. We hebben onze eigen gezinnen. »
Evelyns borstkas kromp ineen, haar hart was zwaar van verdriet. Ze hadden niet met haar over hun plannen gesproken, niet gevraagd hoe ze zich voelde. Tranen welden op, maar ze knipperde ze weg.
Ik ben altijd al sterk geweest, hield ze zichzelf voor. Nu zal ik ook sterk zijn.