« Dochter, het is jouw beslissing. Als je denkt dat ze kan veranderen, blijf dan. Maar als je het huilen beu bent… Ik wacht buiten op je. Je hoeft niet te wonen waar je niet gewaardeerd wordt. »
Camila boog haar hoofd. Tranen vielen stilletjes op de marmeren vloer.
Ze keek naar Álvaro, de man die haar ooit liefde en bescherming had beloofd, en zag alleen een vreemde in hem.
Ze haalde diep adem.
« Papa… laten we gaan. »
Voordat ze wegreed, stopte ze voor haar man.
« Ik heb geen opleiding nodig, Álvaro. Ik wilde gewoon geliefd en gerespecteerd worden. »
De deur viel met een plof dicht.
Het geluid van de afslaande motor ging verloren in de regen.
Álvaro zakte in elkaar in zijn stoel, zijn handen trilden. Hij pakte zijn aktetas. Er lag een wit vel papier in met heldere, heldere letters:
« Niet alle slagen laten sporen achter op de huid. Sommige komen in stilte… en breken de ziel. »
Die nacht begreep Álvaro voor het eerst dat vernedering niet met een schreeuw wordt uitgedrukt: het wordt gevoeld wanneer stilte de waarheid herstelt.
Toen de echo van de vrachtwagen vervaagde, was het huis leeg… maar gevuld met de moeilijkste les van zijn leven.