Het eerste wat me opviel, was de stilte. Ik stond alleen in de enorme, holle lobby van het Azure Palace Hotel, een eenzaam eiland in een zee van gepolijst marmer. Nog maar een uur geleden was deze plek een symfonie van rollende koffers en vrolijke begroetingen. Nu was het enige geluid het hectische, stille kloppen van mijn hart.
« Wacht hier met je tassen, lieverd, » zei mijn man Tom, terwijl hij hem een snelle, achteloze kus op de wang gaf. Zijn glimlach was iets te breed. « Chloe en ik gaan de auto parkeren. We zijn zo terug. »
Zijn moeder, Judith, klopte me op mijn schouder; haar gemanicuurde vingertjes leken nu wel kleine klauwtjes. « Geen spier vertrekken, lieverd. »
Het had een klassieke familiegrap moeten worden, een grapje om ons welkom te heten op vakantie. Maar tien minuten werden er dertig, en dertig minuten werden een pijnlijk uur. Mijn telefoontjes naar Tom gingen rechtstreeks naar de voicemail. De knoop van angst in mijn maag, een vertrouwde metgezel van dit gezin, werd strakker. Ik voelde de meewarige blik van het hotelpersoneel op me gericht.
Net toen ik op het punt stond in te storten, kwam er een vrouw in een smetteloos hoteluniform aan. Op haar naambordje stond ‘Diana’.
“Mevrouw, gaat het?” vroeg ze zachtjes.
Ik forceerde een fragiele glimlach. « Het gaat goed, dank u. Ik wacht alleen nog op mijn familie – mijn man, Tom Sterling. »
Diana’s professionele kalmte stortte in. Een lichtflits flitste over haar gezicht voordat ze het wegknipte. Het was die flits die me alles vertelde voordat ze sprak. « Mevrouw, de familie Sterling… de crew die net in het penthouse is ingecheckt? »
Een golf van overweldigende opluchting overspoelde me. « Ja, ze zijn het! Heb je ze gezien? »
Ze aarzelde. « Mevrouw, hij en zijn familie zijn ongeveer drie kwartier geleden met de lift naar hun kamers gegaan. » Ze haalde even adem voordat ze haar de genadeslag gaf. « Hij… heeft met mijn vriend gepraat. Hij zei dat ze een spelletje met u speelden en zei dat we ons geen zorgen hoefden te maken als u nerveus leek. »
De lucht werd uit mijn longen geblazen. Spel. Ze namen hun intrek in de adembenemende suites aan zee waar ik een klein fortuin in had gestoken. Ze waren naar boven gegaan voor een grapje, om de luxe vakantie die ik ze had gegeven te beginnen, en lieten mij daar achter als grap. In dat ene, verwoestende moment stortte een decennium van stille beledigingen en wanhopige pogingen om een liefde te kopen die nooit te koop was geweest, ineen.
Maar toen, net toen de eerste traan dreigde te vallen, sprong er iets anders naar haar toe. Het was koud, scherp en helder. Het voelde alsof haar ruggengraat op zijn plaats brak.
Ze dachten dat het een spelletje was. Goed. Ik zal ze eindelijk laten zien hoe ze het moeten spelen.