Vijf minuten zouden zich uitstrekken tot uren. Uiteindelijk geloofde ik hem niet meer.
Dus terwijl ik de hele dag werkte, maakte ik de hele nacht schoon. Ik heb een oppas ingehuurd met mijn eigen geld. Ik hield het huis draaiende, hield onze kinderen te eten, zorgde ervoor dat ons leven niet uit elkaar viel – terwijl Jack strategieën bedacht voor zombiegevechten op een gloeiend scherm.
Toch ging ik door. Omdat ik een doel had.
En dan op een dag… Het gebeurde.
Ik heb het huis gekocht.
Het was geen herenhuis. Maar het was perfect – een lichte keuken, hardhouten vloeren die glansden in het zonlicht en een achtertuin met een schommel die al op mijn kinderen wachtte.
Op het moment dat ik de toetsen vasthield, veranderde er iets in mij. Dit was niet zomaar een huis. Het was het fysieke bewijs van elk offer dat ik had gebracht – elke overwerkdienst, elk gemist verhaaltje voor het slapengaan, elke traan die ik stilletjes in de badkamer had gelaten.
Het was van mij.
Jack deed niet eens alsof hij opgewonden was.