Als laatste gebaar stuurde ik Mark een gesigneerd exemplaar van de eerste editie, net toen de beveiliging hem met zijn spullen in een doos uit Apex begeleidde.
‘Bedankt voor het plot van mijn bestseller,’ schreef ik; ‘je had gelijk, het was een vogelverschrikker, maar deze vogelverschrikker heeft zojuist je veld platgebrand terwijl je de andere kant op keek.’
Enkele maanden later onthulde ik publiekelijk dat ik de auteur achter het pseudoniem was; ik verscheen op tijdschriftomslagen, niet als een perfecte echtgenote, maar als een schrijfster die pijn in kracht omzette.
Ik sprak over emotioneel misbruik, de onzichtbare postnatale depressie en vrouwen die als decor werden behandeld; mijn verhaal werd een megafoon voor duizenden berichten van vrouwen die zichzelf in mijn boek herkenden.
De filmrechten werden voor een fortuin verkocht, waardoor de opleiding van mijn kinderen verzekerd was en de financiële onafhankelijkheid die ik volgens hem nooit zou bereiken zonder zijn achternaam.
Ik keerde terug naar het schrijven van pure fictie, in een licht kantoor met uitzicht op de tuin waar Leo, Sam en Noah speelden, wetende dat ze me zagen als meer dan alleen « de ex van de CEO ».
Ik moest wel eens aan Mark denken als ik nieuws las over zijn juridische problemen, maar ik had nooit medelijden met hem; hij koos elke stap op de weg naar zijn eigen ondergang.
Ook ik heb uiteindelijk mijn eigen keuze gemaakt: de waarheid vertellen met het instrument dat altijd onderschat is, mijn geschreven stem, en de hoofdrolspeler van mijn eigen verhaal worden, in plaats van een voetnoot.