Emma’s stem brak. « Hij zei dat hij voor me zou zorgen. Hij zei… »
« Nee, » viel ik hem scherp in de rede. « Dat heeft hij niet gedaan. Want Daniel heeft nooit tegen me gelogen. Je hebt een testament vervalst, Emma. Dat is een misdaad. Als ik naar de politie ga, kun je meer verliezen dan alleen je reputatie. »
Haar ogen flitsten van paniek. Voor het eerst verdween de arrogantie. Ze omhelsde Alex steviger en trilde. « Ik wilde gewoon… ik wilde gewoon zekerheid. Je weet niet hoe moeilijk het is om alleen een kind op te voeden. »
Ondanks het verraad deed mijn hart pijn. Ze was nog steeds mijn zus, nog steeds familie. Maar ze had een grens overschreden die nooit meer helemaal hersteld kon worden.
« Je wilde beveiliging, » zei ik zachtjes. « Dus je probeerde de mijne te stelen. Je hebt Daniel te schande gemaakt en me voor iedereen vernederd. Dat zal ik nooit vergeten. »
Ze begon te huilen, stille tranen rolden over haar gezicht. « Alsjeblieft, dien geen aangifte in, » fluisterde ze.
Ik pakte de papieren rustig bij elkaar. « Dat zal ik niet doen, zolang je Daniels naam maar nooit meer in deze context noemt. Als je nog één leugen verspreidt, stap ik meteen naar de rechter. Begrijp je dat? »
Ze knikte, gebroken.
Toen mensen later op het feest naar het incident vroegen, zei ik alleen: « Emma was in de war. Ze heeft een fout gemaakt. » Ik hoefde haar niet verder te ontmaskeren. De waarheid was genoeg voor mij.
En elke keer dat ik langs mijn huis liep, het huis waar Daniel en ik een leven hadden opgebouwd, glimlachte ik flauwtjes. Niet uit vreugde, maar uit verzet. Emma had geprobeerd het me af te pakken met leugens en bedrog. In plaats daarvan gaf ze me een reden om rechtop te staan.
Het was aan mij om de nagedachtenis van Daniel te bewaken, en dat was mijn bedoeling – met elke laatste ademtocht.