Moet je ergens heen, Emily? » vroeg Alexander zacht toen ze klaar was met eten.
Ze schudde haar hoofd en een schaduw trok over haar gezicht. « Nee. Ik heb niemand. »
‘Je hebt me nu,’ zei Alexander vastberaden. « Als je wilt, kun je bij me blijven. Ik beloof je dat je nooit meer alleen zult zijn. »
Emily aarzelde, op zoek naar een zweem van bedrog in zijn gezicht. Maar ze vond alleen oprechtheid en warmte. Ze knikte langzaam en een sprankje hoop laaide op in haar hart.
In de daaropvolgende weken ontwikkelden Alexander en Emily een sterkere band dan ze allebei hadden verwacht. Hij schreef haar in op een goede school en bood haar alle nodige ondersteuning. Emily bloeide op onder zijn hoede en haar gelach keerde terug als de zon die door de wolken brak.
Ondertussen kreeg Diana bezoek van de sociale dienst, aangemoedigd door de tussenkomst van Alexander en roddels van buren. Ze werd verantwoordelijk gehouden voor haar daden, zodat Emily haar wreedheid nooit meer onder ogen hoefde te zien.