Wie gaat erop vooruit?
De meeste mensen die pensioen ontvangen van de grote fondsen zullen van de verhoging profiteren. Dit geldt voor gepensioneerden, maar ook voor werkenden die pensioen opbouwen. Toch zijn er nuances. Gepensioneerden krijgen geen aparte compensatie, omdat zij volgens de nieuwe regels geen nadeel ondervinden van de overgang. Actieve deelnemers daarentegen kunnen soms wel een compensatie tegemoetzien, bijvoorbeeld als zij door de overstap tijdelijk minder opbouw zouden hebben.
Voor jongeren en mensen van middelbare leeftijd geldt dat het voordeel afhankelijk is van hun persoonlijke situatie en van het fonds waar zij bij aangesloten zijn. Omdat de premies vlakker worden verdeeld, betalen jongeren niet langer relatief veel in verhouding tot hun opbouw. Dit zorgt voor een eerlijkere verdeling over alle generaties.
Onzekerheden en risico’s
Hoewel de vooruitzichten rooskleurig zijn, is het nog geen uitgemaakte zaak dat alle verhogingen daadwerkelijk plaatsvinden. De financiële positie van pensioenfondsen hangt sterk af van de rente en van de ontwikkeling op de beurzen. Een plotselinge economische terugval of dalende rente kan de dekkingsgraad onder druk zetten. In dat geval hebben fondsen minder ruimte om te verhogen.
Daarnaast is het belangrijk dat de overgang naar het nieuwe stelsel soepel verloopt. Niet alle fondsen stappen tegelijk over. Sommige kiezen voor een overgang in 2027 of zelfs 2028, waardoor de effecten voor deelnemers later zichtbaar worden. Ook kan er binnen fondsen discussie ontstaan over de precieze verdeling van compensatie, wat voor vertraging kan zorgen.