Hoewel de verwachtingen optimistisch zijn, blijven de uitkeringen afhankelijk van de financiële markten. De dekkingsgraad van pensioenfondsen wordt sterk beïnvloed door de rente en de beurskoersen. Een plotselinge economische terugval, een daling van de rente of onrust op de markten kan de plannen voor verhoging snel afremmen.
Bovendien verloopt de overgang niet bij alle fondsen tegelijk. Sommige stappen pas in 2027 of 2028 over, wat betekent dat deelnemers bij die fondsen later iets merken van de veranderingen. Ook kunnen er binnen fondsen discussies ontstaan over de verdeling van compensatie, wat vertraging of onvrede kan veroorzaken.
Effect op de economie
De verwachte verhoging van de pensioenen heeft mogelijk ook macro-economische gevolgen. Meer geld in de portemonnee van miljoenen gepensioneerden betekent extra bestedingsruimte, wat goed is voor winkels, horeca en de binnenlandse economie.
Aan de andere kant waarschuwen economen dat dit op korte termijn ook kan leiden tot hogere inflatie, zeker als de verhogingen gelijktijdig plaatsvinden. Daarnaast zullen pensioenfondsen hun beleggingsportefeuilles moeten aanpassen aan het nieuwe systeem, waarbij tientallen miljarden aan obligaties worden verplaatst. Dat kan effect hebben op de Europese rentes en de obligatiemarkt.

Een historisch moment
De invoering van het nieuwe pensioenstelsel is niet minder dan historisch. Nooit eerder werden in zo’n korte tijd zoveel mensen – naar schatting elf miljoen Nederlanders – overgezet naar een ander systeem. De operatie vergt enorme inspanningen van fondsen, werkgevers, vakbonden én toezichthouders.
Voor veel ouderen voelt het vooruitzicht van een verhoging als een opgeluchte ademhaling. Na jaren waarin de koopkracht daalde, lijkt er eindelijk een structurele verbetering op komst. “Het voelt alsof we eindelijk iets terugkrijgen van wat we jarenlang hebben ingeleverd,” klinkt het bij verschillende gepensioneerdenorganisaties.
Wat betekent dit voor jou?
Of jij persoonlijk profiteert, hangt af van het pensioenfonds waarbij je bent aangesloten. Grote fondsen zoals ABP (ambtenaren) en PFZW (zorg) hebben al laten doorschemeren dat hun financiële positie sterk genoeg is om in 2026 te verhogen. Voor wie bij kleinere of zwakkere fondsen zit, kan het langer duren voordat de verhoging zichtbaar wordt.
Toch is de richting duidelijk: 2026 markeert een nieuw hoofdstuk in het Nederlandse pensioenverhaal. De combinatie van een beter rendement, minder bufferverplichtingen en de nieuwe wetgeving biedt eindelijk ruimte om te doen wat jarenlang niet kon — de pensioenen laten meegroeien met de economie.
Voor miljoenen Nederlanders betekent dat niet alleen meer geld, maar vooral meer vertrouwen in de toekomst van hun oudedagsvoorziening.