Er was nog steeds verdriet, maar nu ging het gepaard met hoop.
Op het kerkhof stond een klein gezin bij het graf: Alina, Elias en Margaret. Geen vreemden meer. Niet langer verdeeld door ras, status of angst — maar verbonden door liefde en door de herinnering aan de man die hen bij elkaar had gebracht.
Alina legde zachtjes een nieuwe foto tegen de steen — deze keer, van Elias die op Margarets schoot zit, beiden glimlachend in de tuin.
‘Je hebt me een Zoon gegeven,’ fluisterde Alina. “En nu … heeft hij een grootmoeder.”
Margaret raakte de steen aan en zei zachtjes: “je had gelijk, William. Ze is opmerkelijk.”
Toen ze Elias in haar armen nam, fluisterde ze iets wat alleen hij kon horen.:
“We zullen ervoor zorgen dat hij opgroeit met iedereen die hij is — inclusief het deel van jou dat we nooit hebben leren kennen totdat ze het ons liet zien.”
En voor het eerst in twee jaar, Margaret Hawthorne liep weg uit dat graf niet met verdriet — maar met een doel.