

Ik herpakte me en zei tegen hem: « Ik heb mijn hele leven gewerkt om dit punt te bereiken. Ik kan je niet alleen maar blijven dragen – het is jouw beurt om de verantwoordelijkheid te nemen. » Hij nam het niet goed op. Met een spottende grijns mompelde hij: « Hier krijg je spijt van. » De pijn van zijn woorden sneed diep, maar ik wist dat ik voet bij stuk moest houden.
De volgende dag belde zijn vriendin me, haar stem trillend van bezorgdheid. Ze legde uit dat hij niet echt wrok koesterde, maar eerder overweldigd was – bang om tekort te schieten en onzeker over zijn toekomst. Dat gesprek veranderde mijn perspectief.
Ik ging naar hem toe en we hebben urenlang openlijk gepraat. Ik verzekerde hem dat ik, hoewel ik zijn leven niet eindeloos kon financieren, altijd naast hem zou staan met emotionele steun, klaar om hem te begeleiden bij het opbouwen van zijn eigen toekomst.