Onze trouwdag was zo perfect als we maar hadden kunnen hopen: een blauwe lucht, een zacht briesje en de heerlijke geur van wilde bloemen die door de lucht zweefde.
We hadden een rustieke locatie bij een schuur uitgekozen en alles voelde magisch terwijl de ceremonie zich ontvouwde.
Het bruidsgezelschap straalde in hun jurken en de fotograaf legde elk vreugdevol moment vast.
Nou ja, bijna elk moment.
De zus van mijn vrouw, Jenna, was een donkere wolk tijdens onze zonnige dag.
Vanaf het moment dat ze naar buiten stapte, begon ze te mokken, klaagde ze over de hitte, trok ze aan haar jurk en staarde ze naar haar spiegelbeeld.

Nina, mijn vrouw, probeerde de situatie te sussen door haar water aan te bieden en Jenna’s haar glad te strijken, maar niets leek te helpen.
Ik had wel verhalen gehoord over Jenna’s dramatische neigingen, maar het met eigen ogen zien, op de belangrijkste dag van ons leven, was toch wel iets heel anders.
Toen het tijd was voor de foto’s van het bruidsgezelschap, stond Jenna stijfjes aan de rand van de groep, half glimlachend, half spottend.
Op een foto van alleen de twee zussen rolde ze midden in de opname met haar ogen en forceerde ze een plastic grijns op de volgende foto. Nina, altijd vriendelijk, bleef erdoorheen glimlachen.
Ondanks de spanning was het een prachtige dag.
Nina zag er beeldig uit toen ze naar het altaar liep en we dansten de hele nacht onder de sprookjesachtige lichtjes.
Zelfs Jenna kon na een paar glazen champagne nog een glimlach op haar gezicht toveren. Later die avond, terwijl we in ons hotelbed lagen, fluisterde Nina: “Bedankt dat je zo geduldig met haar bent.”

Nina was door het dolle heen en kon niet wachten om de foto’s te delen.
Nog geen vijf minuten later ging haar telefoon. Het was Jenna.
Vanaf het moment dat Nina antwoordde, veranderde de stemming.
Jenna was woedend.
Ze klaagde over hoe afschuwelijk ze eruit zag op de foto’s: haar haar was pluizig, de jurk was niet flatterend en ze verscheen op foto’s met samengeknepen ogen of een frons.
Ze eiste dat we alle foto’s waarop ze stond zouden verwijderen en dreigde ons de toegang tot de site te ontzeggen als ze een foto op sociale media zouden vinden.
Nina had er verdriet van. “Dat doet ze altijd,” zei ze zachtjes. “Elke keer als ik denk dat we dichterbij komen, trekt ze zich zo terug.”