Ik heb haar nog een keer bezocht voordat de straf werd uitgesproken. ‘Jij hebt hem gered,’ zei ik zachtjes.
Ze glimlachte flauwtjes. ‘Denk je dat? Ik heb hem ook gered, van mezelf.’
Jaren later vroeg Noah me: « Tante Grace, denk je dat mama van me hield? »
‘Op haar manier wel,’ zei ik zachtjes. ‘Maar ze was gebroken.’
Hij knikte. « Dan ben ik blij dat je gekomen bent. Mam zei dat je niet zou komen. »
Soms krijg ik ‘s avonds laat nog steeds vreemde telefoontjes – ruis, stilte, dan een klik. Misschien toeval. Misschien niet. Maar elke keer denk ik terug aan Clara’s laatste woorden:
“Je hebt geen idee wat je gedaan hebt.”