Ryan hield die avond een toespraak.
Ik kon niet stoppen met naar hem te kijken – niet alleen omdat hij aantrekkelijk was, maar ook omdat elk woord van hem betekenis en doel had.
Na het evenement heb ik hem benaderd om hem te bedanken voor wat hij zei. Hij keek me aan en zei: « Bedankt voor het luisteren. De meeste mensen horen alleen het geluid. »
Zonder na te denken flapte ik eruit: « Ik vang toch maar zo’n zestig procent van het geluid op. »
Hij knipperde met zijn ogen en glimlachte toen. « En dan? Je hoort duidelijk wat belangrijk is. »
En dat is het. Koffie de volgende ochtend, diner de volgende avond – en tegen het einde van de maand kende ik het ritme van zijn lach en de blik die hij me gaf als ik te hard probeerde om zelfverzekerd over te komen.
Ryan heeft me nooit anders behandeld.
Toen ik hem vertelde over mijn gehoorverlies, hield hij zijn hoofd niet meewarig schuin.
Hij zei gewoon: « Oké. Dus als je iets niet hoort, zeg ik het nog een keer. Oké? »
Na de tweede date was ik tot over mijn oren verliefd op hem.
Maar zijn moeder, Vivian? Het was een heel ander verhaal.
In haar aanwezigheid zijn was alsof je een galerij van marmer binnenging en koude beoordeling maakte.
Ze droeg parels als ontbijt en zijde als niemand keek. Haar parfum vulde de lucht voordat ze de kamer binnenkwam.
Haar glimlach – gepolijst maar leeg – leek op een porseleinen pop.
De eerste keer dat ik haar ontmoette, nam Ryan me mee naar haar eigendom voor een brunch.
Het was zo’n evenement met komkommerwater en zilveren lepels die niet geroerd mochten worden.
Ze keek me van top tot teen aan en zei toen met een perfecte glimlach: « Oh, schatje, je bent zo… Dapper! »
Niet mooi of welkom, gewoon dapper – haar ogen bleven op mijn hoortoestellen gericht alsof het littekens waren.
Ik glimlachte ondanks alles. Ryan kneep mijn hand onder de tafel, kaak gespannen.
Toen we vertrokken, verontschuldigde hij zich. « Ze is… Moeilijk. Maar ik hou van je. Dat is wat telt. »
Vanaf dat moment maakte Vivian duidelijk dat ik niet paste in haar idee van een ‘perfecte pasvorm’.
Niet alleen vanwege mijn gehoor, maar ook omdat ik niet uit een rijke familie kwam.
Mijn ouders waren gepensioneerde leraren uit een rustige buitenwijk, geen familie met oud geld met olieverfschilderijen en stambomen.
Ze zou kleine vernietigende opmerkingen maken onder het mom van advies: « Draag je haar los, schat – ze verbergen zich … verschillende dingen. »
Of: « Misschien kan Ryan je helpen met je geloften. Je wilt dat iedereen je goed hoort, nietwaar? »
Ryan verdedigde me elke keer.