2. De aanval
Ik had dit een jaar doorstaan. De hatelijke opmerkingen over mijn « eenvoudige » achtergrond. De constante kritiek op mijn huishouden, mijn kookkunsten, mijn aanwezigheid. Ik had het allemaal geslikt omwille van een echtgenoot van wie ik dacht dat ik ze liefhad, voor de illusie van een gezin.
Maar « jinx » was een nieuw niveau van wreedheid.
Ik legde mijn servet op tafel, mijn handen trilden een beetje. ‘Margaret,’ begon ik, mijn stem zacht maar vastberaden, ‘ik ben dan wel geen CEO, maar ik ken de logistieke markt. Het probleem is niet pech. Het is uw verouderde marktstrategie. Je probeert… »
« Strategie? » Margaret lachte erg, een geluid dat zo lelijk was dat ik terugdeinsde. « Wat weet een huisvrouw van strategie? »
Ze stond op, haar glas rode wijn in de hand. Ze begon naar me toe te lopen, een roofdier cirkelde. Ik droeg een eenvoudige crèmekleurige jurk, een van de weinige leuke dingen die ik nog bezat.
‘Je komt dit huis binnen,’ siste ze, ‘met niets. Je draagt niets bij. En je hebt het lef om kritiek te leveren…’
Ze stond recht voor me. Ze ‘struikelde’. Het was een onhandige, theatrale en volkomen opzettelijke beweging. Het hele, volle glas donkerrode wijn boog door de lucht en spatte direct op de voorkant van mijn jurk.
De koude vloeistof drong door tot in mijn huid. De kamer was stil, afgezien van het geluid van wijn die op de gepolijste vloer druppelde.
« Oh mijn! » Margaret gilde, haar stem plotseling vol valse, hoge afschuw. « Kijk wat je hebt gedaan! Je hebt me het laten morsen! Jij nutteloze vrouw! » Ze keek naar de rode vlek die zich als een verse wond over mijn borst verspreidde. « Je bent een jinx! Je verpest alles wat je aanraakt! Door jou is mijn zoon een mislukkeling! »
Ik zat daar, verbijsterd, vernederd, doordrenkt met rode wijn. Ik keek naar de enige persoon in de kamer die me moest beschermen. Mijn man.
David staarde alleen maar naar zijn bord, zijn kaken op elkaar geklemd, zijn zwijgen een compleet en definitief verraad.