« Juffrouw Ross? »
Philippe, de restaurantmanager, stond een paar stappen verderop. Zijn blik verraadde een medelijden dat hij probeerde te verbergen.
‘Zullen we de familietafel afruimen?’ vroeg hij zachtjes.
Ik keek naar de lege stoelen.
Deze tafel, die naast het spreekgestel van Arthur Sterling stond, vertelde een verhaal. Als ik er alleen aan zou zitten, zouden er vanzelf conclusies getrokken worden. Briljant, maar geïsoleerd. Succesvol, maar zonder wortels.
Ik balde mijn vuisten.
‘Nee,’ zei ik kalm. ‘Laat de tafel zoals hij is.’
Toen voegde ik eraan toe:
« Verwijder gewoon het bordje ‘alleen voor familie’. »
Philippe knikte, hij begreep het meteen.
Ik opende de bankapplicatie.
VIP-cabana-arrangement: $1.200.
Tien glazen alcohol: $1.500.
Privé-DJ: $300.
Het was geen paniekaanval.
Het was een feest.
Ze vierden hun afwezigheid.
Er bevroor iets in me. De pijn maakte plaats voor een kille, heldere minachting.
Ik heb Nana Béatrice gebeld.
‘Ze zijn bij de Pink Flamingo,’ zei ik.
Zijn lach was droog en ongekunsteld.
« Ik kom eraan. Trek het grijze pak aan. Dat pak waar de bankiers bang voor zijn. »
Ze hing op voordat ik kon protesteren.
Voor het eerst voelde ik me niet langer alleen.