Weken later wikkelde ik het fotoalbum in zilverpapier en gaf het aan Matthew. Geen briefje, geen uitleg – gewoon een rustig gebaar.
Hij heeft het niet in één keer uitgelezen.
Maar toen hij eindelijk de laatste pagina sloot, was zijn gezicht bleek.
‘Ze haat hem,’ fluisterde hij. « Ze haat mijn zoon. »
Hij zat lange tijd in stilte en bladerde terug door de foto’s alsof hij hoopte dat het verhaal de tweede keer zou veranderen.
« Ik kan niet geloven dat ik het niet heb gezien », zei hij uiteindelijk. « Al die tijd… Ik dacht dat ze gewoon ruimte nodig had. Ik dacht dat ze wel zou bijdraaien. Maar ik kan niet bij iemand zijn die niet van mijn zoon houdt zoals ik dat doe. »
Aan het einde van die maand waren ze gescheiden.
Alex heeft nooit gevraagd waar Wendy heen ging of waarom ze niet meer langskwam. Ze hadden nooit echt een band gehad. Voor hem was ze altijd iemand geweest die aan de rand van zijn wereld zweefde.
Waar het om ging, was dat Matthew hem op een middag ophaalde en hem meenam naar een kleiner huis – een met versleten vloeren, niet-overeenkomende gordijnen en een achtertuin vol mogelijkheden.
« Papa, betekent dit dat ik nu langs kan komen? » vroeg hij, zijn ogen wijd open van hoop.
Matthew glimlachte en trok hem naar zich toe. « Nee, vriend. Dit betekent dat we nu samenwonen. »
En dat was alles wat Alex nodig had.
Hun avonden vulden zich al snel met gelach – het bouwen van dekenforten, racen met speelgoedauto’s, het verbranden van tosti’s. Echt gelach weergalmde door elke kamer, het soort dat een huis weer als thuis deed voelen.
Soms liegt de camera niet. Soms laat het je zien wat liefde niet is. En soms helpt het je te zien wat liefde werkelijk is.
Notitie: Dit verhaal is een fictief werk geïnspireerd op echte gebeurtenissen. Namen, personages en details zijn gewijzigd. Elke gelijkenis is toevallig. De auteur en uitgever wijzen nauwkeurigheid, aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid voor interpretaties of vertrouwen af. Alle afbeeldingen zijn alleen ter illustratie.