Er hing een takenlijst op de koelkast, precies zoals ze me had laten zien. Onder elke naam stonden taken. Die van mij stond er niet bij.
‘Je bent te gast,’ zei mijn moeder toen ze me zag kijken. ‘Ga zitten, eet en rust uit.’
Voor het eerst in mijn leven deed ik het.
Aan die tafel besefte ik iets belangrijks. Mijn wraak was nooit echt om vergelding gegaan. Het ging om bewijs. Bewijs dat ik niet gek was, dat ik niet zwak was, dat mijn pijn echt was en dat mijn grenzen geldig waren.
Ze hadden een prijs betaald voor het feit dat ze me als vanzelfsprekend hadden beschouwd: boetes voor te late betalingen, stress, slapeloze nachten en een wankel gevoel van controle.
Ook ik heb een prijs betaald. Jaren van mijn leven heb ik besteed aan het opruimen van de rotzooi van mensen die mij niet zagen.
Nu lag het wetsvoorstel tenminste eindelijk op tafel en bekeek iedereen het samen.
Als je dit kijkt en je voelt je net de onbetaalde huishoudster van je eigen familie, vraag jezelf dan eens eerlijk af: als je morgen zou verdwijnen, zouden ze dan instorten omdat ze zoveel van je houden, of omdat ze nooit de moeite hebben genomen om te leren leven zonder jou?
En, nog belangrijker, wat ga je daaraan doen? Laat het me weten in de reacties. Blijf je en ga je gewoondoor met alles, of loop je weg en laat je ze eindelijk zien wie je werkelijk bent?