Lucas verliet de kamer zonder een woord te zeggen, zijn longen gevuld met een opluchting die hij al jaren niet meer had gevoeld.
Zijn ouders hielden niet van hun zoon; ze hielden alleen van het geld dat hij volgens hen bezat.
In de weken die volgden, prezen investeerders zijn kalmte, het verhaal deed de ronde in zakenbladen en hij werd gefeliciteerd voor zijn standvastigheid.
Maar Lucas ging gewoon weer aan het werk en concentreerde zich op het studiefonds dat hij ter nagedachtenis aan zijn grootvader had opgericht.
Enkele maanden later, tijdens het uitzoeken van oude dozen, stuitte hij op een brief van Richard.
Daarin stond:
« Bouw een leven op dat de moeite waard is om te leven, niet een leven om mee te pronken. »
Lucas glimlachte.
Hij had het eindelijk begrepen.
Zijn succes was nooit bedoeld om zijn ouders ongelijk te geven,
maar om zijn grootvader gelijk te geven.