In het vliegtuig terug naar Denver keek ik neer op de woestijn tot die in bergen veranderde en dacht voor het eerst in weken aan mijn vader. Ik zag hem voor me aan het hoofd van die tafel, die nacht toen alles zo luid was, en voelde hoe klein hij eruitzag in de stoel die hij had uitgekozen. Ik wenste hem genoeg rust om diep adem te halen. Ik wenste mezelf hetzelfde toe. Soms is dat het dichtst bij een verzoening dat je kunt komen – twee afzonderlijke ademhalingen, zonder pijn.
December was weer aangebroken. De stad plaatste witte lampjes in bomen en de lucht had die metaalachtige gloed die iedereen sneller doet lopen. Ik kocht een kleine kunstspar omdat ik het kon en omdat het appartement daardoor vaag naar iets uit mijn kindertijd rook, ook al wist ik dat het de kaars was die het werk deed. Op kerstavond bracht ik een blik gemberkoekjes naar mijn buurvrouw aan de overkant, een verpleegster die ‘s nachts werkte en altijd de deur open hield voor bezorgingen. We aten twee koekjes op in de gang en keken toe hoe iemands beagle de trap op probeerde te klimmen met een knuffelrendier dat groter was dan zijn kop.
Ik ging weer naar binnen, zette muziek aan en ging op het kleed zitten met de lichten uit, behalve de boom. De telefoon lag met de voorkant naar beneden op het aanrecht. Als er berichtjes binnenkwamen, zag ik ze niet. Als er een brief kwam, kon die wachten tot na de feestdagen. Ik had een boek, een rustig hart en een stad die aanvoelde als een mogelijkheid.
Mensen zeggen graag dat de waarheid je bevrijdt. Misschien. Maar het kost je ook iets. Het kostte me het gezelschap waarin ik ben opgegroeid en de versie van mijn familie die ik had bedacht om mezelf te beschermen. Het kostte me tijd. Het kostte me slaap. Maar uiteindelijk nam ik mijn keuzes voor mijn rekening, en die keuzes namen me terug op een manier die aanvoelde als waardigheid.
Als er één les uit dit alles te leren valt, dan is het wel een kleine, maar krachtige les: je bent niemand je geluk verschuldigd. Je bent jezelf een leven verschuldigd dat past bij de persoon die je bent wanneer je niet presteert voor mensen die verwachten dat je kleiner bent. De avond dat ik de map op tafel legde, voelde ik me niet dapper. Ik was moe. Ik deed het toch.
In de stilte van een nieuwe winter sloeg ik de laatste bladzijde van mijn boek om, stond op en deed de boom uit. De kamer werd donker en vulde zich langzaam weer met het zachte stadslicht dat er de hele tijd was geweest. Ik ging naar bed in een huis dat ik expres had gecreëerd. Ik sliep.