We weten dat intelligentie subjectief is. Hoe vaak hebben we die zogenaamd boekenwijze familielid met een hoog IQ niet belachelijk gemaakt, om vervolgens te zien dat hij of zij nog geen gepocheerd ei kan koken? Toch ligt het gemiddelde IQ op papier rond de 100, en alles boven de 140 wordt doorgaans beschouwd als geniaal.
Je zou iemand als Albert Einstein misschien zien als een van de grootste denkers ooit, maar zijn IQ zou “slechts” rond de 160 hebben gelegen. Hoger op de ranglijst vinden we figuren als Voltaire en Isaac Newton (beiden rond de 200), William Shakespeare (ongeveer 210) en Leonardo da Vinci (rond de 220). Daarbij moet wel worden opgemerkt dat IQ-tests pas in 1905 werden geïntroduceerd, waardoor schattingen van vóór de 20e eeuw grotendeels giswerk zijn.
