In het café op de hoek benaderde ze hem voorzichtig. « Goedemorgen, » zei ze zachtjes. « U zult het wel koud hebben. Kan ik u iets warms te eten aanbieden? »
De ober aarzelde even en knikte toen. Binnen, terwijl hij een bord pannenkoeken naar binnen werkte, vroeg ze: « Hoe heet u? »
Hij keek op. « Noah, » zei hij zachtjes. « Nou ja… zo noemde de vrouw die me in huis nam me. »
Lauren hield haar adem in. « Wie was zij? »
« Ze ging op een avond weg, » mompelde hij. « Ze zei dat ze terug zou komen. Dat heeft ze nooit gedaan. »
Lauren keek weg, de tranen stroomden over haar wangen. Toen ze zich omdraaide, zag ze de ketting om haar nek – een klein zilveren hangertje in de vorm van een vliegtuigje. Ze herkende het meteen. Het was de ketting die ze Noah voor zijn vijfde verjaardag had gegeven.
Haar handen trilden. ‘Noah,’ fluisterde ze. ‘Waar heb je dit vandaan?’
‘Mijn moeder gaf het me,’ zei hij. ‘Voordat ik haar verloor.’
Marissa nam discreet een DNA-monster af, terwijl Lauren hem afleidde met een toetje. De uitslag kwam de volgende dag binnen.
99,9% overeenkomst.
Noah Carter – háár Noah – leefde nog.
Lauren zakte snikkend op de grond. Jaren van schuldgevoel, pijn en slapeloze nachten overspoelden haar in een oogwenk.
Toen Lauren het weeshuis binnenkwam waar Noah verbleef, trof ze hem aan bij het raam, kijkend naar de regen. Hij glimlachte niet naar haar – hij observeerde haar met de voorzichtigheid van iemand die vreest dat de wereld weer zal verdampen.
Ze knielde naast hem neer. « Noah, » zei ze zachtjes. « Ik ben het. Ik ben je moeder. »
Hij keek naar het kleine zilveren vliegtuigje om zijn nek. « Jij hebt het me gegeven, toch? »
Ze knikte, de tranen stroomden over haar wangen. « Ja, lieverd. Ik ben nooit gestopt met zoeken. »
Een lange tijd verstreek zonder een woord te zeggen. Toen strekte Noah langzaam zijn hand uit en raakte haar hand aan.
De hare was klein en trilde, maar het was genoeg.
Later die avond kwam Ethan met een vreemde verlegenheid de kamer binnen. ‘Mama vertelde me dat jij mijn broer bent,’ zei hij. ‘Wil je spelen?’
Noah aarzelde even en glimlachte toen – een kleine, onzekere glimlach die Laurens hart zowel pijn deed als heelde.
Naarmate de weken verstreken, wijdde Lauren zich aan therapiesessies, rechtszaken en het helpen van Noah om zich aan te passen aan zijn nieuwe leven. Ze richtte ook een organisatie op voor vermiste en dakloze kinderen, die ze de Angel Mark Foundation noemde – ter ere van Noah’s geboortevlek.
Op een avond, toen hij de jongens naar bed bracht, fluisterde Noah: « Mam… ik dacht dat niemand me ooit zou vinden. »
Lauren aaide hem over zijn haar en kuste hem op zijn voorhoofd.
« Ik ben nooit gestopt met proberen, » zei ze. « En dat zal ik ook nooit doen. »
Buiten was de regen gestopt.
Binnen was het huis voor het eerst in vijf jaar weer helemaal intact.