Anticholinergica: de verborgen kant van populaire medicijnen
Anticholinergica worden gebruikt voor de behandeling van verschillende aandoeningen, waaronder de ziekte van Parkinson en urinewegaandoeningen. Ze blokkeren acetylcholine, een belangrijke neurotransmitter voor geheugen en leervermogen. Studies tonen aan dat ze het risico op dementie verhogen. Zo volgde een onderzoek van de Universiteit van Washington tien jaar lang meer dan 3500 ouderen en ontdekte dat degenen die regelmatig anticholinergica gebruikten, een 54% hoger risico op dementie hadden.
Veelgebruikte anticholinergica die in verband worden gebracht met cognitieve achteruitgang zijn onder andere meclizine, scopolamine, biperideen, oxybutynine en difenhydramine. Andere middelen, zoals glycopyrronium en tiotropium, hebben deze effecten echter niet laten zien. Patiënten en artsen dienen de risico’s en voordelen van deze medicijnen zorgvuldig af te wegen.
Corticosteroïden en de hersenen
Corticosteroïden worden gebruikt voor de behandeling van diverse ontstekingen en auto-immuunziekten. Langdurig gebruik, met name oraal gebruik, kan echter ernstige bijwerkingen veroorzaken zoals desoriëntatie, angst en depressie. Een Britse studie toonde aan dat mensen die langdurig corticosteroïden gebruiken een hoger risico lopen op dementie.
Glucocorticoïden zoals prednison beïnvloeden de hersenfunctie door de concentratie van het stresshormoon cortisol te veranderen. Zelfs geïnhaleerde corticosteroïden zoals fluticason kunnen negatieve effecten hebben bij gebruik in hoge doses of gedurende lange tijd. Het is essentieel dat zorgverleners het gebruik ervan nauwlettend in de gaten houden en alternatieve behandelingen overwegen.