Hij gaf zichzelf de schuld. Hij voelde zich verantwoordelijk voor hun dood. Maar voor alle anderen was hij een held. Hij had iets gedaan dat één man alleen onmogelijk had kunnen doen.
De vrouw liet haar telefoon op de tafel vallen. Haar ogen vulden zich met tranen. De dag ervoor had ze, zonder iets te weten, al haar woede op hem uitgestort.
Ze had hem een verrader, een monster genoemd, zonder te begrijpen dat naast haar een man zat die al zijn kracht voor anderen had gegeven. Een man die twintig levens had gered.
Nu voelde ze een ondraaglijke schaamte. Die woorden konden niet meer teruggenomen worden. Ze begreep: misschien zou haar wreedheid voor hem een extra last worden om in zijn ziel te dragen.
En toen besefte ze — soms oordelen we zonder de waarheid te kennen. Soms kwetsen we degenen die al gebroken zijn. En soms kan het te laat zijn om nog excuses aan te bieden.