„Er is hier niemand. We hebben geschreeuwd, maar niemand hoorde ons. Het lijkt alsof het bos het geluid verstikt. We zijn allemaal doodsbang.”
„Iedereen vertrekt één voor één. Er blijven nog maar vijf over. Ik voel de tijd niet meer. Ik schrijf zodat iemand weet dat we er waren. Ik heb zo’n honger.”
De laatste aantekening was gedateerd op 27 juli 1999.
De inkt was uitgelopen, alsof het was geschreven bij het flikkerende licht van een zaklamp.
De tekst stopte midden in een zin:
„Als iemand dit vindt — wij zijn er nog steeds…”