« Ja, zoon. Het is tijd, » zei ik.
Olivia keek me aan met grote, betraande ogen. Toen Daniel de kamer verliet om een telefoontje aan te nemen, hield ik haar handen stevig vast en fluisterde: « Wees niet bang, lieverd. Ik weet alles. »
Haar lippen trilden en ze knikte, terwijl er tranen over haar wangen rolden.
5. Een nieuwe dageraad
Het verzorgingshuis was klein maar warm – vol gelach, muziek en vriendelijk gezelschap. Geen dichtslaande deuren of angstig gefluister. Ik kon weer ademhalen.
Op een zonnige middag, terwijl ik in de tuin zat, hoorde ik een bekende stem.
“Margaret?”
Het was George , mijn jeugdvriend. Hij glimlachte, zijn haar was net zo wit als het mijne, maar zijn ogen straalden als altijd. « Ik had nooit gedacht je ooit nog te zien. »
Ik lachte zachtjes. « Misschien is het lot ons nog een verhaal verschuldigd. »
Voor het eerst in jaren voelde ik vreugde zonder angst.