De woorden verlieten mijn lippen nog voordat mijn vader zijn minachtende blik had afgemaakt. Een fractie van een seconde leek de stilte in de kamer te staan. Zijn glimlach verdween, zijn advocaat keek me verbaasd aan. Zelfs de gerechtsdeurwaarder hield even stil.
Iedereen zou dat moment zich herinneren. Maar het verhaal was al veel eerder begonnen.
Vijftien minuten eerder, op de parkeerplaats van de rechtbank, zat mijn moeder op de passagiersstoel, haar tas stevig vastgeklemd alsof die elk moment kon wegwaaien. Het beige bakstenen gebouw zag eruit als elk ander provinciaal gerechtsgebouw. De lucht was grijs, eerlijk, zonder belofte of dreiging.
‘Ben je er klaar voor?’ vroeg ik haar.
Ze knikte, haar ogen al stralend. « Zoveel mogelijk. »
We gingen samen door de veiligheidspoortjes. De lucht rook naar koffie en oud papier. Mijn moeder liep een halve stap achter me aan, zoals ze altijd deed op onbekende plekken.
In kamer 3B zag ik hem meteen.
Mijn vader zat ontspannen, zijn pak onberispelijk. Naast hem zaten de vrouw voor wie hij mijn moeder had verlaten, en zijn zelfverzekerde advocaat. Toen hij ons opmerkte, bleef zijn blik op mij rusten en verscheen er een spottende glimlach op zijn gezicht.
Hij fluisterde een zin die ik niet had mogen horen. Maar ik hoorde hem wel.
Mijn moeder verstijfde. Ik voelde haar adem stokken, zoals vroeger.
Even overwoog ik om te vertrekken. Maar we waren hier niet gekomen om de makkelijke weg te kiezen.
Een onrecht dat in stilte is ontstaan.
Mijn ouders waren al tweeëndertig jaar getrouwd. Ze hadden elkaar jong ontmoet en hun leven samen langzaam opgebouwd. Mijn moeder werkte parttime, voedde hun kind op en deed de boekhouding toen mijn vader zijn bedrijf begon. Ze vertrouwde hem gewoon omdat dat nu eenmaal zo ging.
De ontrouw was niet plotseling ontstaan, maar geleidelijk: te laat komen bij vergaderingen, een nieuwe aanwezigheid bij zakelijke diners. Toen kwam de scheiding, snel en bruut.
Mijn vader had een agressief advocatenkantoor ingehuurd. Mijn moeder, uitgeput, had aanvankelijk niemand ingeschakeld. Ze wilde rust. Ze ondertekende documenten die ze niet volledig begreep, overtuigd door de woorden: « Het is eerlijk. »
Dat was niet het geval.
Er waren geen jaarrekeningen opgesteld. Bezittingen waren vlak voor de rechtszaak van eigenaar veranderd. Inkomsten waren uit de officiële documenten verdwenen. Toen de waarheid aan het licht kwam, woonde mijn moeder al in een klein appartement, omringd door tweedehands meubels.
Ze klaagde niet. Dat had ze nooit gedaan.
Ik zat toen op de rechtenfaculteit. Toen ik de papieren op zijn tafel zag liggen, begreep ik wat er was meegenomen… en hoe.
Die dag beloofde ik haar te helpen. Niet als een dochter, maar als een advocaat.