De regen beukte die nacht tegen de ramen en veranderde het huis in een holle echokamer. De donder kraakte aan de hemel, en hoewel ik mezelf vertelde dat ik te oud was om bang te zijn voor onweer, voelde ik me in werkelijkheid ongemakkelijk.
Ons huis – ruim, elegant, een geschenk van mijn ouders – voelde plotseling als een kooi. Mijn man zou op zakenreis zijn en de stilte drukte zwaar op me.
Ik pakte mijn telefoon en typte een bericht, met de bedoeling het naar mijn beste vriend te sturen:
« Mijn man is op zakenreis. Vanavond ben ik alleen thuis; het regent te hard buiten en ik ben bang. »

Ik drukte op ‘verzenden’, zonder me te realiseren dat ik een fout had gemaakt. De naam die ik had ingetikt, was niet die van haar.
Het was mijn man
Eerst glimlachte ik in mezelf. Misschien zou hij me zachtjes plagen, misschien zou hij me met zijn vaste stem geruststellen en me eraan herinneren dat er niets te vrezen was. Even voelde ik zelfs een warm gevoel in de gedachte dat hij misschien ontroerd was dat ik hem genoeg miste om hem als een kind in vertrouwen te nemen.
Maar in plaats van woorden verscheen er een beeld op mijn telefoon.
Een foto.
Van hem. In bed. Met een andere vrouw.
Het bloed trok uit mijn gezicht. Mijn hand trilde zo hard dat de telefoon bijna uit mijn handen gleed. De storm buiten woedde steeds luider, alsof de natuur zich bij mijn schok had gevoegd.
Op dat moment stortte alles wat ik de afgelopen zeven jaar had opgebouwd en alles wat ik over mijn huwelijk had gedacht, in stilte in.

Hoe we begonnen
We ontmoetten elkaar op de universiteit. Hij was het type man dat overal waar hij kwam leek te stralen: voorzitter van de vrijwilligersclub, vol energie en ambitie. Iedereen bewonderde hem en op de een of andere manier zag hij mij.
Hij nodigde me uit voor een wandeling over de campus. Hij zat bij me aan tafel voor eenvoudige diners, zelfs als zijn agenda vol zat met vergaderingen en evenementen. Zijn vriendelijkheid voelde oprecht, en voor een meisje zoals ik – altijd de stille in haar familie, vaak over het hoofd gezien – voelde het alsof de zon eindelijk speciaal voor mij scheen.
Ik zei toen tegen mezelf: als ik met deze man trouw, hoef ik nooit meer iets in het leven te wensen.
We hebben vier jaar een relatie gehad. Na ons afstuderen hebben we nog drie jaar aan onze carrière gewerkt voordat we eindelijk trouwden.
Hij kwam uit een klein dorp, met een eenvoudige achtergrond. Geld was schaars, maar zijn vastberadenheid was eindeloos. Ik kwam uit een welgesteld gezin, maar mijn familie besteedde weinig aandacht aan me. Mijn oudere zus was briljant, mijn jongere broer verwend en ik was de schaduw ertussen.
Misschien was dat de reden waarom ik nooit de ijdelheid van een rijke dochter heb ontwikkeld. Ik heb al op jonge leeftijd onafhankelijkheid, stilte en compromissen geleerd. Hij vertelde me dat dat de eigenschappen waren die hem tot mij aantrokken: mijn standvastigheid, mijn kracht, mijn stille loyaliteit.
Ik geloofde hem.