Ik zat aan mijn kleine keukentafel, die waar maar twee personen aan konden zitten. Hij was perfect. Ik opende mijn notitieboekje – het notitieboekje dat ik gebruikte om mijn financiën bij te houden, om de rechtszaak bij te houden. Ik sloeg een nieuwe, schone pagina open. Ik schreef nog één laatste regel.
De schuld is betaald. Alles.
De financiële schuld. De emotionele schuld. De schuld waarvan ik al sinds mijn geboorte hoorde dat ik ze die verschuldigd was – volledig afbetaald.
Ik sloeg het boek dicht. Buiten was de wereld zacht en nieuw. De kersenbloesems begonnen na te denken over bloeien. Ik had mijn hele leven geprobeerd een plekje aan hun tafel te bemachtigen.
Nu zat ik eindelijk, vredig, alleen. Ik had geen man. Ik had geen kinderen. Ik had een goede baan. En voor het eerst in mijn leven koos ik voor mezelf.
En het was genoeg.