Ik bewaarde de kopie van de spreadsheet waarop ik de 247.000 dollar had opgeteld. Niet uit wrok, maar als een monument voor een waarheid die ik op een sentimentele middag zou vergeten. Daarnaast houd ik nu een ander lijstje bij: plekken waar ik naartoe wil; boeken die ik wil lezen; dingen die ik wil bouwen die niets te maken hebben met andermans budget. Punt één: een tuin in de achtertuin als ik mijn eigen huis koop. Punt twee: mentorschap voor meisjes die computers uit elkaar halen zonder te wachten tot ze me vertellen hoe. Punt drie: een kerst waarbij ik alleen iets weggeef wat ik met plezier heb uitgekozen.
De dag dat ik mijn naam bij de rechtbank veranderde, keek de griffier naar het formulier en zei: « Thompson, dat is een goede, sterke naam. » Ik dacht aan de onverstoorbare stem van mijn oma aan de telefoon en glimlachte. Op weg naar huis kocht ik een taart met THOMPSON erop gespoten in helder wit glazuur. Ik at een punt aan mijn aanrecht en bewaarde de rest voor vrienden. Toen ik het bord afwaste, was het water heet en rook de zeep naar citroen, niet zoals iedereen had verwacht.
Dit is het moment waarop een film zou vervagen in een opgeruimde verandaverlichting en een opgeruimd leven. In het echte leven flikkert de verandaverlichting soms, en het opgeruimde leven heeft dagen waarop het allemaal losse eindjes en uitgelopen mascara is. Maar als mijn telefoon nu trilt, is het een groepsgesprek over wandelen op zaterdag of een herinnering van mijn spaar-app dat morgen de dag is waarop geld naar mijn toekomst overgaat. Geen dreigementen. Geen ultimatums. Geen berekeningen die ik niet zelf heb gemaakt.
Ik weet niet of mijn ouders ooit zullen bellen zonder iets te vragen. Ik weet niet of Jessica me ooit als een zus zal zien in plaats van als een oplossing. Dit weet ik wel: als mensen je hun rekensommetjes laten zien, geloof het dan. Doe dan je eigen rekensommetjes.
De middagregen in Seattle klinkt als applaus wanneer het precies goed valt. Vandaag klinkt het zo. Ik schenk koffie in, open mijn laptop en bouw iets dat dit verhaal zal overleven op de enige manier die ertoe doet: in mij. De cursor knippert. De code wordt uitgevoerd. Het leven dat ik heb gekozen, compileert. En voor het eerst houdt niemand anders de prompt vast.