Mijn man trok een pak met stropdas aan, terwijl ik een marineblauwe blouse met een zwarte pantalon droeg. Buiten de rechtszaal klikte ik nerveus met mijn hakken, terwijl ik me afvroeg of ik wel het juiste deed voor mijn dochter. Toen ik me naar haar omdraaide, nam mijn angst af. Ik besefte dat mijn hart aan haar verbonden was sinds ik haar in mijn buik droeg. Ik beloofde haar het best mogelijke leven te geven en zou er alles aan doen om dat mogelijk te maken. Ik kon niet voor haar zorgen bij de geboorte, maar ik zou de kans grijpen om als volwassene voor haar te zorgen. Toen onze namen werden omgeroepen om de rechtszaal binnen te komen, draaide ik me om naar mijn dochter en glimlachte. Zij glimlachte terug. Vandaag, terwijl ik tegenover mijn dochter zit, herken ik nog steeds sporen van pijn. Ik wou dat ik haar diepste wonden kon helen en de jaren van scheiding kon uitwissen. In plaats daarvan kan ik alleen maar onvoorwaardelijk van mijn dochter houden en haar vertellen: « Ik ben er. » Ik kan haar liefde en vergeving leren. Ik kan haar bijstaan in tijden van twijfel en worsteling. Ik kan haar helpen de kracht en moed te vinden om door te gaan. We kunnen nieuwe herinneringen creëren in onze nog steeds groeiende relatie.
Ik heb lang nagedacht over mijn beslissing om een adoptieplan te maken. Is alles verlopen zoals gepland?
Absoluut niet.
Zou het beter zijn gegaan als ik mijn dochter in eerste instantie had gehouden? Ik kan het niet zeggen. Soms moeten we stappen in geloof zetten zonder het hele plaatje te zien. We kunnen alleen doen wat we op een bepaald moment in ons leven het beste vinden. Ik kan niet blijven hangen in de « wat als »-gedachten. Ik kan alleen de reis omarmen en ontdekken hoe ik erdoor veranderd ben.
door Adrian Collins, met toestemming
