Toen gooide ik het op de grond. Hijgen. Stilte.
« Ik dacht dat dit gezin het waard was, » zei ik. « Maar dat zijn jullie niet. Jullie zijn gewoon pestkoppen in merkkleding. »
Ik liep met opgeheven hoofd naar buiten.
De volgende dag kwam Brandon langs met een designertas en zei dat de grap niet zijn idee was, maar dat dit mijn ‘echte’ cadeau was.
Ik heb het teruggegeven.
Zijn moeder belde me op en gaf me een uitbrander omdat ik de Familiedag had ‘verpest’.
Het maakte mij niet uit.
Die avond, thee drinkend met mijn moeder, besefte ik iets belangrijkers: ik had niets verpest. Ik had mezelf gered.
Want liefde mag nooit ten koste gaan van je waardigheid. En het dapperste wat ik die dag deed, was voor mij kiezen.