ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

Ik ging met Pasen naar het huis van mijn ouders en ontdekte dat mijn zus hen het huis had uitgezet, waardoor ze in hun eigen garage moesten wonen.

Hij grijnsde. “Verdwaald, schatje?”

Ik hield de papieren omhoog. “Nee hoor. Maar dat ga jij wel zijn.”

Cassandra verscheen net achter hem, haar glimlach verdween meteen toen ze zag wat ik vasthield.

“Dat meen je niet,” zei ze.
“Oh, ik meen het heel serieus.”

“Je staat niet op de akte,” viel ik haar in de rede. “Je staat niet op het huurcontract.

Je bent een gast. En gasten hebben geen zeggenschap.”

Nathan lachte hooghartig. “Je kunt familie niet uitzetten.”

Toen stapte de agent naar voren en zei: “U bent hierbij officieel aangeschreven.

Ik raad u aan de documenten te lezen.”

Ze werden allebei stil.

Die middag nam mijn vader me apart en gaf me een map. Binnenin zat de eigendomsakte van het huis.

“Als er ooit iets met ons gebeurt,” zei hij, “dan is dit van jou. Jij was degene die terugkwam.”

Ik sloeg mijn armen om hem heen, en een tijdje zeiden we niets. Dat hoefde ook niet.

En Cassandra? Ze is nu een dakloze vrouw, logerend bij welke vriend haar nog wil hebben.

Ze zegt dat wij haar ‘de rug hebben toegekeerd.’ Dat we haar ‘toekomst hebben gestolen.’

Dat Pasen eindigde met een reeks familiedrama’s, tulpen in een vaas op tafel, en het lachen keerde terug in mijn huis.

Het voelde weer als thuis.

 

Als je wilt doorgaan, klik op de knop onder de advertentie ⤵️

Advertentie
ADVERTISEMENT

Laisser un commentaire