Daarna hebben we contact gehouden. Onze dochters kregen eerst een band, en al snel kregen wij dat ook. We begonnen berichten, aanmoedigingen en huisgemaakte maaltijden uit te wisselen. Soms hielp ze me door moeilijke dagen heen; soms hielp ik haar. Langzaam werden we wat we geen van beiden hadden verwacht: echte vrienden.
Nu rust die kleine gele eend op het nachtkastje van mijn dochter – een stille herinnering dat vriendelijkheid nooit verloren gaat. Het reist, het verbindt en op een dag vindt het zijn weg terug – vaak op manieren die mooier zijn dan we ons ooit zouden kunnen voorstellen.