Zet de cijfers eens op een rij:
-
2015: €1,00 – €1,50 (gemiddeld €1,25)
-
2020: €1,95
-
2025: gemiddeld €3,00
Dat betekent:
-
+56% stijging tussen 2015 en 2020
-
+54% stijging tussen 2020 en 2025
-
Meer dan 140% stijging in tien jaar tijd
Probeer dat maar eens te rijmen met loonstijgingen of koopkracht. Voor veel mensen voelt het alsof de kroket sneller in prijs stijgt dan hun salaris. En dat maakt het niet alleen duurder, maar ook irritanter.
Het moment aan de kassa
Misschien is het meest schrijnende moment wel dat aan de kassa. Je bestelt gedachteloos “een kroketje”, hoort het bedrag en moet het even verwerken. Drie euro. Voor iets dat je brein nog steeds classificeert als goedkoop. Dat moment van cognitieve dissonantie is tekenend voor hoe scheef het voelt.
Voor gezinnen wordt het helemaal pijnlijk. Vier kroketten kosten ineens twaalf euro. Zonder friet, zonder drinken. Wat vroeger een spontane, betaalbare traktatie was, is nu een kleine uitgave waarover wordt nagedacht.

De kroket als slachtoffer van zijn eigen eenvoud
Natuurlijk zijn er verklaringen. Duurdere grondstoffen, hogere lonen, stijgende energieprijzen, huurkosten, inflatie. Alles klopt. Maar toch voelt het disproportioneel. Juist omdat de kroket altijd symbool stond voor eenvoud en betaalbaarheid.
De prijsstijging raakt niet alleen de portemonnee, maar ook de cultuur. De kroket hoort laagdrempelig te zijn. Toegankelijk. Voor iedereen. En precies dat karakter staat onder druk.