Janet Leigh en Tony Curtis waren in de jaren vijftig en begin jaren zestig de belichaming van Hollywood-glamour – een oogverblindend duo wiens liefdesverhaal de wereld fascineerde. Elk een ster op zich, werd Leigh bewonderd om haar tijdloze schoonheid en onvergetelijke rollen in films als Psycho (1960), terwijl Curtis het publiek charmeerde met zijn charisma in klassiekers als Some Like It Hot (1959). Samen leken ze de droom van een romance uit de gouden jaren te belichamen.
Hun paden kruisten elkaar begin jaren 50 en de klik was er meteen. Curtis, met zijn filmster-uitstraling en magnetische energie, was gefascineerd door Leighs elegantie en talent. Ze trouwden in 1951 tijdens een ingetogen ceremonie die de landelijke krantenkoppen haalde. Hollywood kon er geen genoeg van krijgen – fans volgden al hun bewegingen, van hun verschijningen op de rode loper tot hun samenwerkingen in films, met name in Houdini (1953), waar hun chemie in het echte leven van het scherm spatte.
Maar achter de schermen werd hun relatie geconfronteerd met de meedogenloze druk van de roem. Drukke agenda’s, media-aandacht en de eisen van de schijnwerpers knaagden langzaam aan het sprookjesachtige imago. In 1962, na meer dan tien jaar samenzijn, ging het stel uit elkaar.