- Water geven
De jadeplant heeft niet veel water nodig. De zeer dikke bladeren zorgen ervoor dat de plant water kan opslaan , waardoor water geven minder vaak nodig is. Sterker nog, alle vetplanten hebben waterrijk weefsel. Daardoor kunnen ze water vasthouden en overleven in droge klimaten of op droge grond.
Na het verpotten van de nieuwe bladeren is maandelijks water geven voldoende. Maak de bladeren niet nat tijdens het water geven en verwijder eventueel stilstaand water uit de schotel om wortelrot te voorkomen.
- Blootstelling
De jadeboom heeft licht en zon nodig, maar volle zon gedurende de hele dag kan hem verbranden. Kies daarom een plek in de halfschaduw.
- Verpotten
Je hoeft je jadeplant niet te verpotten zolang je hem niet te veel water geeft en de wortels niet vastzitten in de pot. Het is echter belangrijk om de potgrond na twee jaar te vervangen om je plant een drogere, koelere omgeving te bieden.
- Meststof
Gebruik een stikstofrijke meststof om uw boom te voeden en de bloei te stimuleren. Crassula produceert kleine witte of roze bloemen in het vroege voorjaar.
- Parasieten
De belangrijkste plaag voor de jadeplant zijn wolluizen. Deze parasieten richten grote schade aan bij de crassula, vooral bij overbewatering. In geval van een plaag , veeg de bladeren af met een wattenstaafje gedoopt in ontsmettingsalcohol.
Met slechts een paar blaadjes of een stengel van de jadeplant kun je hem vermeerderen en zo lang bewaren als je wilt.