Toen Nathan het hem vertelde, trilde zijn stem. « Ik ben je vader. Het spijt me dat ik er niet eerder was, maar ik ga nooit meer weg. »
Lily’s ogen vulden zich met tranen. « Ik wens elk jaar op mijn verjaardag dat ik een vader heb. »
Nathan omhelsde haar stevig. « Je wens is dus uitgekomen. »
Er gingen maanden voorbij en Nathan veranderde.
Hij verminderde zijn werkuren.
Hij haalde Lily van school op.
Hij hielp haar met haar huiswerk.
Hij leerde zelfs haar haar vlechten.
Claire werd milder, ook al bleef de wond. Ze brachten meer tijd samen door: etentjes, gelach, kleine momenten die de jaren langzaam weer heel maakten.
Op een avond, terwijl ze Lily’s nieuwe kamer aan het schilderen was, fluisterde Claire: « Ik voel me hier helemaal thuis. »
Nathan glimlachte. « Inderdaad. »
Uiteindelijk bekende hij: « Ik ben nooit gestopt met van je te houden. Ik wist alleen niet hoe ik je terug kon vinden. »
Ze aarzelde. « Ik ben bang. »
‘Ik ook,’ zei hij, terwijl hij haar hand pakte. ‘Maar misschien kunnen we samen bang zijn.’
Voor Lily’s negende verjaardag organiseerden ze een feestje met vlinderthema.
Nadat de gasten vertrokken waren, leidde Nathan Claire onder de pergola en ging op één knie zitten.
« Acht jaar geleden verloor ik je. Toen redde een klein meisje mijn leven en gaf me alles terug. Claire Monroe, wil je met me trouwen? »
In tranen fluisterde ze: « Ja. »