Zijn verontschuldiging was niet dramatisch. Niet poëtisch. Maar oprecht.
Die nacht veranderde er iets.
Daniel verdween na het eten niet zomaar naar de slaapkamer.
Hij liet me niet alleen flessen afwassen. Hij ging er niet van uit dat ik alles wel zou regelen.
In plaats daarvan nam hij een van de tweelingen mee, zodat ik rustig kon douchen.
Hij las artikelen over de verzorging van pasgeborenen. Hij zette alarmen voor de nachtelijke voedingen.
En voor het eerst in maanden had ik weer het gevoel dat ik een partner had.

De volgende ochtend bracht hij me het ontbijt op bed.
‘Niet omdat je mijn dienstmeisje bent,’ zei hij zachtjes, terwijl hij naast me ging zitten.
“Maar omdat jij de moeder van mijn kinderen bent… en ik het soort echtgenoot ben geweest dat ik zwoer nooit te worden.”
Ik vergaf hem niet meteen.
Genezing kost tijd. Vertrouwen moet opnieuw opgebouwd worden.
Maar de inspanning was er wel degelijk — echt, constant en oprecht.
En soms is dat genoeg om opnieuw te beginnen.
Men zegt dat ouderschap je verandert.
Ze hebben gelijk.
Het heeft me veranderd — het heeft me sterker, assertiever en bewuster van mijn eigenwaarde gemaakt.
En het veranderde ook Daniël.
Maar pas nadat hij eindelijk zag wat ik al die tijd bij me had gedragen.
Want soms begrijpt iemand je strijd pas echt als hij of zij zelf door de storm heen moet gaan waar jij in leeft.