Ik stuurde Madison een berichtje, mijn duimen vlogen over het scherm: « Wist je dat Ethan een vervangende kaart op mijn naam heeft besteld en $52.000 bij jou en Tyler heeft uitgegeven? »
Het antwoord kwam snel, alsof ze erop had gewacht: « Schatje, doe niet zo dramatisch. Ethan zei dat je ermee instemde. Je hebt geld. Bovendien was het zijn idee. »
Zijn idee. Natuurlijk.
Ik maakte screenshots van alles: elke transactie, elke opname, elke winkel. Toen deed ik iets wat ik nooit had gedacht te zullen doen: ik belde het niet-spoednummer van de politie om te vragen hoe ik aangifte kon doen van identiteitsdiefstal en frauduleus gebruik van een bankpas.
Ethan ging weer zitten alsof zijn knieën hem niet meer konden dragen. ‘Doe je dat nou echt?’
Ik keek hem aan, echt goed, en alles wat ik zag was een man die had geglimlacht terwijl hij me beroofde. ‘Ja,’ zei ik. ‘Want je hebt niet alleen geld meegenomen. Je hebt mijn veiligheid afgenomen. Je hebt mijn vertrouwen geschonden. Je hebt mijn naam misbruikt als wapen.’
De volgende ochtend controleerde ik mijn kredietrapport en zag ik twee nieuwe aanvragen die ik niet herkende. De ene was voor een creditcard van een winkel. De andere was voor een persoonlijke lening.
Op dat moment begreep ik het: de creditcardgekte was niet de hele misdaad. Het was slechts het begin.