Andere veelvoorkomende risicofactoren
Naast genetische aanleg delen borst- en eierstokkanker verschillende andere risicofactoren, waaronder:
- Leeftijd: Het risico neemt toe met de leeftijd, vooral na 50 jaar.
- Hormoontherapie: Langdurig gebruik van hormoonvervangende therapie (HRT) na de menopauze kan het risico op beide vormen van kanker verhogen.
- Voortplantingsgeschiedenis: Vrouwen die vroeg begonnen te menstrueren of een late menopauze doormaakten, hebben een iets hoger risico.
- Nooit kinderen krijgen of op latere leeftijd kinderen krijgen kan ook het risico op eierstokkanker verhogen.
Hoe het kennen van het verband kan helpen
Het is belangrijk om het verband tussen borst- en eierstokkanker te begrijpen, omdat dit de weg vrijmaakt voor preventieve strategieën.
- Intensievere screening: Vrouwen met BRCA-mutaties of een hoog risico hebben mogelijk op jongere leeftijd mammografieën en MRI-scans van de borst nodig, evenals echografieën van het bekken of bloedonderzoeken om de gezondheid van de eierstokken te controleren.
- Preventieve chirurgie: Sommige vrouwen kiezen ervoor om hun risico op kanker te verlagen door preventieve (profylactische) operaties te ondergaan, zoals een mastectomie (verwijdering van de borsten) of een oophorectomie (verwijdering van de eierstokken en eileiders).
- Medicatie: In bepaalde gevallen kunnen artsen medicijnen zoals tamoxifen voorschrijven om het risico op borstkanker bij vrouwen met een hoog risico te verlagen.
