« Ik had je nodig. Zodat je kon zien wat ze me had nagelaten. Wat je had afgewezen. »…
Hij leidde hem naar een kunstwerk dat verborgen lag onder een scharlakenrood laken. Toen Marc het laken verwijderde, ontdekte hij een hartverscheurend schilderij: Elise, liggend in een ziekenhuisbed, met een foto van hen drieën in haar handen. Hun enige fotografische herinnering samen.
Zijn benen begaven het.
Een lang verborgen waarheid komt weer aan het licht.

« Ik ben niet de zoon van een ander, » verklaarde Thomas.
Marc was sprakeloos. Zijn zoon vervolgde: « Ze heeft tegen je gelogen. Ze wilde de oprechtheid van je liefde testen. Daarna durfde ze je nooit de waarheid te vertellen. Ze hield een dagboek bij. Ik heb het gevonden. »
Deze handgeschreven pagina’s bevatten Elises ultieme bekentenis: Thomas was inderdaad hun kind.
Marcs wereld stortte in.
Wanneer onuitgesproken liefde haar gebreken aan het licht brengt
Marc had zichzelf wijsgemaakt dat hij nobel handelde door een kind te « accepteren » waarvan hij dacht dat het uit een andere relatie voortkwam. In werkelijkheid had hij hem weggestoten. Geïsoleerd. Diep gekwetst. En nu stond hij daar voor hem, een gerenommeerd kunstenaar , die zijn eigen weg had gebaand zonder zijn steun.
Marc deed nog een laatste poging: « Ik verwacht niets. Ik wil er gewoon zijn. Zelfs in stilte, als dat alles is wat ik kan bieden. »
Thomas stemde na even nadenken toe. Niet uit berekening. Niet uit medelijden.
Maar omdat zijn moeder tot het allerlaatste moment in Marcs menselijkheid was blijven geloven.
Vergeving herschrijft het verleden niet. Maar het kan soms, zij het in kleine mate, gekwetste harten verzachten.