Buiten schilderde de avondzon de hemel in gouden en karmozijnrode tinten. Richard hield Lily strakker vast, ademde de geur van haar haar in en voelde haar hartslag tegen zijn borst. Maandenlang, misschien jaren, geloofde hij dat succes bestuurskamers, contracten en uitbreidende rijken betekende. Maar op dat moment begreep hij de waarheid: het echte rijk dat hij moest beschermen, was daar in zijn armen.
Lily keek hem aan met traanvlekkige wangen en fluisterde: “Papa… je bent gekomen.”
Hij kuste haar voorhoofd en antwoordde, met zijn stem standvastig en zeker, “Ik zal altijd voor je komen.”
En daarmee sloten de deuren van het herenhuis zich achter hen-niet als een verlies, maar als een begin. Voor Richard was de uiteindelijke overwinning niet rijkdom of macht. Het was het terugwinnen van zijn plaats zoals de vader Lily altijd nodig had.