Het proces tegen Martin Blake begon zes maanden later in het gerechtsgebouw van Multnomah County. Tegen die tijd was het verhaal uit de krantenkoppen verdwenen, vervangen door nieuwere tragedies. Maar voor Emily en Lydia was het nooit afgelopen.
Lydia getuigde op de tweede dag. De rechtszaal voelde kouder aan dan verwacht — alle eikenhouten panelen en tl-verlichting. Martin zat aan de verdedigingszijde in een grijs pak, magerder dan voorheen maar met dezelfde berekenende blik. Toen hun ogen elkaar ontmoetten, voelde Lydia dezelfde rilling die ze die middag in haar klaslokaal had gevoeld.
De aanklager, Dana Ruiz, leidde haar door de vragen. “Wanneer heeft de leerling u voor het eerst haar angsten verteld?”
Lydia’s stem bleef kalm. “Op 14 oktober. Na de les. Ze vertelde me dat ze bang was om naar huis te gaan omdat haar stiefvader ‘dat altijd bij haar deed.’”
“Heeft ze gespecificeerd wat ‘dat’ betekende?”
“Nee. Maar op basis van haar emotionele toestand herkende ik het als een mogelijk geval van misbruik.”
De verdediging probeerde haar in diskrediet te brengen — suggererend dat ze het verkeerd had begrepen, dat ze het meisje ‘had geleid’ tot iets dramatisch. Lydia week niet. Ze had te veel gebroken kinderen gezien om angst voor fictie aan te zien.
Toen Emily het woord nam, viel de rechtszaal stil. Ze droeg een lichtblauwe jurk, haar haar netjes gevlochten, handen licht trillend. Tara, de maatschappelijk werkster, zat net achter haar ter ondersteuning. Haar stem trilde eerst, maar werd sterker naarmate ze sprak.
“Hij zei dat niemand me zou geloven,” zei Emily, recht vooruit starend. “Hij zei dat leraren alleen om cijfers geven. Maar mevrouw Carter geloofde me.”
De advocaat van Martin maakte twee keer bezwaar. De rechter wees beide keren af.
Toen Emily klaar was, kon Lydia de uitputting in haar gezicht zien — maar ook een vonk van iets anders. Trotsering. Overleven.
Twee weken later kwam het vonnis: Schuldig aan alle aanklachten.
Martin Blake kreeg 45 jaar gevangenisstraf zonder kans op voorwaardelijke vrijlating. De rechtszaal gonste van gefluister, maar Lydia hoorde het nauwelijks. Ze zag alleen Emily die Tara’s hand vasthield, tranen over haar wangen, fluisterend: “Het is voorbij.”