De moeder kon een gil niet onderdrukken.
De zoon werd wakker, sprong overeind en begreep meteen — het geheim was onthuld.
— Ja… — zei hij zacht, — nu weten jullie de waarheid.
Hij vertelde dat hij een paar jaar eerder in de stad in een vreselijke brand terecht was gekomen. Het gebouw waarin hij woonde stond in lichterlaaie, en het was deze vrouw die hem uit het vuur had getrokken. Ze had zijn leven gered, maar zelf raakte ze zwaar verbrand, bijna onherkenbaar.
— Ik kon haar niet in de steek laten, — zei hij, terwijl hij zijn ouders recht in de ogen keek. — Ik hield niet van haar gezicht, maar van haar hart.
Na die woorden begon de moeder te huilen en liep naar haar schoondochter toe. Ze omhelsde haar voor het eerst — voorzichtig, alsof ze bang was haar pijn te doen.
De volgende ochtend begonnen de buren weer te fluisteren.
Maar deze keer — met respect.