Diezelfde dag gingen we naar de politie. Ik legde een verklaring af, overhandigde de opname en legde alles tot in detail uit. Mijn zoon legde ook een verklaring af, zijn stem brak en hij gaf zijn aandeel met een late oprechtheid toe. Clara daarentegen probeerde alles te ontkennen tot ze niet meer kon.
De zaak verliep snel. De opname was overtuigend. Clara’s inconsistenties ook. En haar schuldenverleden nog meer.
Maanden later deed de rechtbank uitspraak.
Mijn schoondochter werd veroordeeld.
Mijn zoon kreeg een lagere straf, maar wel voldoende om afstand te nemen van de invloed die hem had verteerd.
Ik ook?
Ik keerde terug naar mijn huis, naar mijn tuin, naar mijn stiltes.
Ik heb nog steeds mijn tachtig miljoen, ja, maar dat doet er niet meer zoveel toe.
Wat telt, is dat ik nog leef.
En dat ik sinds die nacht een brute waarheid heb geleerd:
Soms verdwijnt liefde niet: ze rot. En als ze rot, probeert ze je naar beneden te trekken.
Maar ik heb al lang geleden leren zwemmen.