Leo, die de volkomen, verpletterende eerlijkheid zag in de ogen van de vrouw die hem enkele ogenblikken eerder had aangevallen, liet langzaam en aarzelend zijn beschermende arm zakken. De puppy, die de verandering in de emotionele sfeer voelde, likte zijn wang.
De kok, verbluft maar inschikkelijk, verscheen al snel met twee zilveren dienbladen, zijn gezicht een masker van pure verwarring. Leo’s eerste echte maaltijd in dagen was geen weggegooid restje, maar een prachtig, dampend bord eten dat rook naar thuis, hoop en een leven dat hij zich nooit had kunnen voorstellen. De puppy werd voorzichtig in een schone linnen servet gewikkeld en later die avond naar een spoeddierenarts gebracht die zijn leven redde.
Brenda vergat dat moment in de koude, donkere steeg nooit. Het werd het beslissende moment in haar leven. De jongen en zijn hond werden in de warmte opgenomen. Leo kreeg, met de tijd, zorg en een stabiliteit die hij nooit eerder had gekend, een thuis, een opleiding en uiteindelijk een baan bij The Gilded Lily. Hij begon in de keuken en leerde alles over elk station, maar zijn ware talent lag in zijn stille, empathische begrip van mensen. Hij klom op, niet als afwasser of hulpkelner, maar tot een gewaardeerd lid van het managementteam. Hij kreeg de leiding over de nieuwe, en zeer goed gefinancierde, filantropische tak van het restaurant, een programma dat zich toelegt op het voeden van daklozen en hongerigen in de stad met dezelfde waardigheid en kwaliteit als de betalende klanten.
Brenda was haar koude, harde, winstgevende kant kwijt. Ze was haar zekerheid kwijt. Ze keek terug op die nacht en besefte dat ze Leo geen baan had gegeven of zijn leven had gered. Door die ene, harde, weggegooide broodkruimel te delen met een wezen dat nog hulpelozer was dan hijzelf, had Leo haar iets oneindig veel waardevollers gegeven: hij had haar haar eigen menselijkheid teruggegeven.