Bereiding
1. Mosselen koken
Was de mosselen goed, verwijder de baarden en gooi geopende mosselen weg.
Fruit de sjalot in een beetje boter in een grote pan tot glazig.
Voeg de mosselen en witte wijn toe, dek af en kook 5–7 minuten op hoog vuur tot ze open zijn.
Verwijder de mosselen die open zijn; gooi de gesloten weg.
Haal het vlees uit de schelpen (bewaar er een paar met schelp voor de decoratie indien gewenst).
2. De saus bereiden
Zeef het kookvocht van de mosselen.
Smelt boter in een pan, voeg knoflook en daarna de bloem toe om een roux te maken.
Voeg beetje bij beetje het gezeefde kookvocht toe tot een gebonden saus.
Voeg de crème fraîche, peper, nootmuskaat en eventueel citroensap toe.
Meng voorzichtig de mosselen en gehakte peterselie door de saus.
3. Gratineren
Verwarm de oven voor op 200°C (grillstand).
Verdeel het mengsel over ovenschaaltjes of een grote ovenschaal.
Bestrooi met geraspte kaas en paneermeel.
Gratineer 10–15 minuten tot de bovenkant goudbruin is.
Serveer met
Een frisse groene salade en knapperig brood.
Een glas Muscadet of Chablis past hier uitstekend bij.