Deel 1: Het offer en de traan van schaamte
Acht lange, slopende jaren lang was mijn leven, Maria’s leven, een meedogenloze, uitputtende dans van uitputting. Ik leefde in een voortdurende staat van beweging, een waas van goedkope uniformen en vermoeide glimlachen, een spook in mijn eigen leven, dat ronddwaalde in de marges van dat van anderen.
In de ochtenduren vóór zonsopgang maakte ik de koude, lege kantoren van een advocatenkantoor in het centrum schoon, de geur van industriële schoonmaakmiddelen en muffe koffie een blijvende herinnering. ‘s Middags werkte ik als kassière in een supermarkt, het eindeloze, ritmische gepiep van de scanner als soundtrack van mijn dagen, mijn glimlach als een dun, fragiel masker dat ik voor vreemden droeg. ‘s Avonds bediende ik tafels in een klein, vettig restaurant, mijn voeten pijnlijk van een pijn zo diep dat het eeuwenoud aanvoelde, mijn rug een knoop van constante, lichte pijn. Alles, elk vermoeiend uur, diende één enkel, stralend doel: een tweedehands, oude staande piano kopen voor mijn dochter Lily, en de dure privépianolessen betalen die haar enige passie waren. Lily, mijn briljante, veerkrachtige 10-jarige, was mijn licht, mijn reden, mijn hele wereld.
Vanavond was de grote avond, de bekroning van jarenlange oefening en een berg van mijn eigen stille, onzichtbare opoffering. Het was de jaarlijkse jeugdmuziekwedstrijd van de prestigieuze Northwood Academy, een plek met perfect onderhouden gazons en geërfde rijkdom die een wereld van verschil leek te zijn met ons krappe appartement met één slaapkamer. Lily had net haar stuk afgerond, Chopins Fantaisie-Impromptu in cis mineur, Op. 66. Haar kleine, tienjarige handen speelden met een kracht en passie die leken te komen van een plek die haar leeftijd ver te boven ging, een plek van diep, intuïtief en hartverscheurend begrip.