« Juffrouw Rebecca! » riep Noah, terwijl hij naar me toe rende met Rex op zijn hielen. « Kunnen we nu de dinosaurussenversieringen voor mijn kamer krijgen, alstublieft? »
« Na de lunch, » beloofde ik, terwijl ik liefdevol door zijn haar streek. « We moeten eerst iedereen te eten geven, dan kunnen we het huis als thuis laten voelen. »
« Het voelt nu al als thuis, » verklaarde Lily, terwijl ze zich met het zelfvertrouwen van haar acht jaar bij ons voegde. « Omdat we hier allemaal samen zijn. »
De simpele wijsheid in haar uitspraak raakte me diep. Thuis was niet de fysieke structuur; het waren de verbindingen tussen ons, de banden die door crisis waren gevormd en door keuzes waren versterkt.
“Kom je?” vroeg Daniel, terwijl hij vanuit het huis zijn hand naar mij uitstak.
Ik glimlachte, pakte zijn hand en stapte over de drempel. « Ja, » zei ik eenvoudig. « Ik kom naar huis. »
Die dag had ik een telefoontje gepleegd dat het leven van een kind redde. Wat ik me toen niet realiseerde, was dat ik met het redden van Noah Parker ook een reeks gebeurtenissen in gang had gezet die ons uiteindelijk allemaal zouden redden: Daniel van de verpletterende last van alleen ouderschap in onmogelijke omstandigheden, Lily van de last van verantwoordelijkheden die geen enkel kind zou moeten dragen, en ik van de halfslachtige toestand waarin ik leefde sinds Johns dood. Het was een nieuw begin, een bewijs van het feit dat de meest diepgaande genezing soms niet voortkomt uit het volgen van protocollen, maar uit het volgen van je hart.